NL Nederlands rijmpjes van afslijten naar afspiegeling
- afslijten
- afslijting
- afslingeren
- afslippen
- afsloffen
- afslonzen
- afslopen
- afslorpen
- afsloten
- afsloven
- afsluipen
- afsluitboom
- afsluiten
- afsluiter
- afsluiting
- afsluitkraan
- afslurpen
- afsmakken
- afsmeden
- afsmeken
- afsmelten
- afsmeren
- afsmetten
- afsmijten
- afsnauwen
- afsnee
- afsnellen
- afsnijden
- afsnijden van
- afsnijding
- afsnipperen
- afsnoeien
- afsnoepen
- afsnoeren
- afsnorren
- afsnuffelen
- afsnuiten
- afsollen
- afsoppen
- afspaden
- afspanen
- afspannen
- afspatten
- afspelden
- afspelen
- afspeten
- afspeuren
- afspieden
- afspiegelen
- afspiegeling